Dank heren.
Beetje cryptisch antwoord Narcissus. Wat bedoel je precies?
Ben nu doorlezen van deze thread en het Vanita topic verder wel geïnteresseerd in jullie meetsysteem. Wie patroon tekent. Waar? Op basis van wat (een block pattern of helemaal vanuit het niets)?
Oke, here it goes... Ga proberen het hele verhaal een beetje gestructureerd uiteen te zetten.
Eerst even een korte beschrijving van hoe naar mijn mening en inzicht het bespoke proces op Savile Row werkt. Dit wordt door vrijwel iedereen toch als het summum gezien.
Het bespoke procesJe maakt als klant een afspraak met een cutter, hij neemt je de maat (lichaamsmaten) en je zoekt een stof uit en bepaald welke opties je wil hebben in het pak. Daarna gaat de cutter met de gemeten maten en wat hij op het oog heeft beoordeeld een patroon tekenen. Iedere cutter heeft daar zo zijn eigen manier voor, het gebeurd in ieder geval met de hand en volgens een bepaalde systematiek. Als dit basispatroon klaar is gaan de losse patroondelen naar een kleermaker, welke deze met rijgdraden basaal in elkaar zet. Klaar voor de eerste fit, bekend onder de namen
basted fit of
skeleton fit. Het gemaakte patroon is uniek voor deze klant en heeft geen andere basis dan de patroonmaaksystematiek van de cutter.
Bij de volgende afspraak krijgt de klant deze basted fit aan en bekijkt de cutter welke dingen hij over het hoofd heeft gezien wat betreft maten maar belangrijker nog, hij bekijkt in welke zin het lichaam qua stand afwijkt van de stand die hij in z'n patroon heeft getekend. Deze lichaamsstanden noemt men
figurations. Daarbij is bijvoorbeeld te denken aan een bolle bovenrug, sway stand, head forward, sloping or square shoulders, shoulder drop, forward waist stance en een heleboel meer. Na deze passessie gaat de cutter terug naar zijn tekentafel, haalt het kledingstuk weer volledig uit elkaar tot vlakke patroondelen en verwerkt de gewijzigde maten en figurations in het patroon, de zgn.
recut.
Na de recut gaan de patroondelen naar de betreffende naaiende kleermakers. Onderdelen van het jasje gaan naar coatmakers, onderdelen van de broek naar trousermakers. Indien de cutter verwacht dat er nog pasproblemen zullen zijn laat hij de onderdelen redelijk basaal verwerken en de klant langskomen voor nog een tussenpas. Laten we er even vanuit gaan dat het een gemiddelde klant betreft zonder extreme lichaamsafwijkingen en standen. In dat geval laat hij de kleermakers de patroondelen voor ongeveer 75% verwerken. Revers zullen nog niet gedekt worden met de facing (de voorkant van de rever die rollend naar de binnenkant van het jasje loopt waar o.a. de binnenzakken weer zitten), knopen en knoopsgaten worden nog niet gemaakt en de voering zit er nog niet in. Wanneer de klant terugkomt voor een pas spreken we van een
forward fitting. Voordeel is dat alle naden nog zeer gemakkelijk zijn los te halen om eventueel meer te tailleren of juist minder, schouders nog in te nemen of andere zaken aan te passen. Kleine wijzigingen worden genoteerd door de cutter en verwerkt in het patroon (kwestie van noteren op papier, geen recut meer op dit moment) en het kledingstuk wordt verder afgemaakt. Alles krijgt z'n definitieve stiknaden, knopen en knoopsgaten en uiteraard de voering.
Volgende en laatste bezoek is de
afpas. De klant komt het kledingstuk afpassen, op dit moment is het 100% klaar. De cutter kijkt voor de laatste keer of alles in orde is. Mochten er toch nog kleine dingen zijn dan worden die uiteraard aangepast maar eigenlijk had dat eerder gezien moeten worden. De voering zal nu deels losgehaald moeten worden om de aanpassingen te doen, an sich geen probleem het kost enkel meer tijd. Plaatsing van de knopen en knoopsgaten is bijvoorbeeld definitief.
Na dit proces heeft de klant vier bezoeken afgelegd en drie passen gehad. Dit aantal kan uiteraard per kleermaker en per klant verschillen. Sommige klanten zijn moeilijker te passen dan andere klanten. Klanten willen tussendoor ook nog wel eens van mening of inzicht veranderen
Oke, dan nu hoe wij het doen, waarom we het "modern tailoring" noemen en waar de verschillen zitten met het hierboven beschreven verhaal.
Verschillen tussen MTM en het gebruik van een drafting formulamade to measureMTM heet eigenlijk
maatconfectie. Dat wil zeggen dat men een bestaand geconfectioneerd patroon als uitgangspunt neemt. Dit patroon is compleet. Alles zit er in, fictieve lichaamsstanden, zakhoogtes, sluitknoophoogte, schouderbreedte, alles. Het uitgangspunt is dus het confectiepatroon en niet de klant.
De klant krijgt een jasje aan met een confectiemaat, bijvoorbeeld 48. Dit jasje is exact hetzelfde als het patroon dat men zal gebruiken om het kledingstuk te vervaardigen. De maatnemer zal kijken in welk opzicht hij vind dat het patroon aangepast moet worden. Afhankelijk van het gebruikte systeem zijn dat meer of minder punten. In ieder geval zijn taillewijdte, borstwijdte, lengte van het jasje en de mouwen en dat soort basale maten aan te passen. Echter, hier zit een beperking aan. Je kunt bijvoorbeeld de schouders niet eindeloos verbreden (zodat je bijvoorbeeld feitelijk op een maat 50 uitkomt), dat geldt ook voor heel veel andere maten. Ga je het patroon te ver opschalen (in het engels
graden genoemd) zal het zijn vorm en coherentie verliezen, het raakt uit model.
Ander punt bij dit systeem is dat lichaamsverhoudingen niet worden meegenomen. Als je de taille van het basisjasje 10 cm inneemt omdat de klant een slanke pasvorm wil moet je er aan denken zelf ook allerlei andere maten aan te passen anders raakt het jasje uit verhouding, denk daarbij bijvoorbeeld aan borstwijdte maar ook heupwijdte en bovenarm. Doe je dit niet dan krijg je een heel raar model.
Maak je een jasje beduidend langer of korter dan is dat in het patroon prima te doen, echter omdat het een confectiepatroon zonder de lichaamsverhoudingen van de klant betreft zullen zakhoogte en sluitknoophoogte niet veranderen. Bij kleine veranderingen (enkele cm's) is dit vaak geen groot probleem en valt het nauwelijks op. Indien een jasje bijvoorbeeld 10 cm langer of korter wordt is de verhouding zoek. Mensen die weleens met een maatconfectiesysteem hebben gewerkt kennen daarvoor de extra opties in het systeem om dit aan te geven, er wordt dan een alternatief patroon gebruikt om het jasje weer een beetje in verhouding te krijgen. Mensen die bovengemiddeld groot of juist klein zijn zullen dit probleem waarschijnlijk wel herkennen, de zakken en sluitknoop zitten dan op een rare plek.
Drafting formulaOnze patronen worden gemaakt op basis van een
drafting formula. Dit is een hele reeks aan berekeningen welke uiteindelijk tot een patroon zullen leiden. De input voor deze formula zijn lichaamsmaten en figurations van de klant. Op ons blog hebben we daar een uitgebreid artikel over geschreven.
http://blog.vanita.nl/2010/10/maakwijzer-patroon-maken.html Deze formule gaat dus niet uit van een reeds bestaand en geconfectioneerd patroon maar van de klant zelf en zijn unieke kenmerken.
Voordeel is dat alle verhoudingen worden meegenomen. Lichaamslengte is hierbij een zeer belangrijke maat. Lichaamslengte in combinatie met de lengte van het jasje en de taillediepte van de klant geeft de hoogte van de sluitknoop en de zakhoogte aan. Hier is dus geen vaste maat voor. Wanneer twee mensen een jasje laten maken met een ruglengte van 75 cm maar de ene persoon is 2 meter en de ander persoon 1,75 meter levert dit dus verschillende zakhoogtes en sluitknoophoogte op. Bij een confectiepatroon zal dit (nagenoeg) gelijk zijn.
Onze manier van patroonmakenWij maken onze patronen op een computer met speciale CAD-patroonsoftware. In deze software zit onze drafting formula, deze is uiteraard niet gewoon te koop en is voor onze winkel uniek gemaakt. De patroonmaker verwerkt alle lichaamsmaten en figurations in de computer en maakt hier een CAD-tekening van. Deze gaat daarna door naar een ervaren cutter, deze controleert of hij 't berekende patroonwerk logisch en correct acht. Indien nodig zal hij naar eigen inzicht wijzigingen maken. Hij is onbeperkt in het maken van de wijzigingen. Of hij de lijn nou met krijt op de stof aanpast zoals een traditionele cutter of op de computer, it makes no difference. Uiteindelijk ontwerpen ze ook oceaanstomers met CAD-systemen, nauwkeurig is het wel
Vervolgens bepaald hij de
lay Dit is de manier waarop hij de patroondelen uit de stof wil knippen, de manier waarop ze op de stof komen te liggen. Hierbij houdt hij rekening met het patroon van de stof (streep, ruit, effen, vleug). Deze informatie en het uitgeprinte patroon gaan naar een snijder. Deze hoeft niet meer na te denken maar louter de instructies van de cutter op te volgen en de stof volgens het uitgeprinte patroon te snijden. Daarna vertrekken de patroondelen samen met een uitgebreide instructie over hoe het verwerkt moet worden naar de naaiende kleermakers. Onderdelen van het jasje naar de coatmakers, enzovoorts. Patronen worden dus door een ervaren cutter digitaal gemaakt, verwerkt en opgeslagen. Middels de drafting formula en de computer kan hij een heel stuk efficiënter werken.
Onze manier van werken en makenIn de meeste gevallen maken we een product dat 100% klaar is zodra het bij ons binnen komt, dit voornamelijk om kosten te sparen. De Savile Row-prijzen zijn niet zo geschikt voor Nederland. Om dit te bewerkstelligen en toch een goed passend product te maken hebben we daar een aantal handigheden voor verzonnen.
Klanten nemen we hier in huis de lichaamsmaten, deze vormen het uitgangspunt. Normaliter zou dit door een cutter in een basispatroon worden verwerkt, klaar voor de basted fit. Deze stap hebben we om wille van kosten (dus een betaalbaarder pak) in een modern jasje gestoken. We hebben op basis van fictieve lichaamsmaten, waarbij de borstomtrek voor een jasje en de zitvlakomtrek voor een broek het uitgangspunt vormen, een heel aantal jasjes en broeken laten maken. Deze zijn gemaakt met dezelfde drafting formula en hebben een zgn.
nullijn, dwz. dat er vanuit is gegaan dat de klant perfect rechtop staat. Iets dat vaak niet het geval is.
De klant krijgt een jasje aan welke zo dicht mogelijk bij zijn borstomtrek ligt. De pasvorm van het jasje (bijv. te ruim) is niet van belang. Daarvoor gebruiken we uiteindelijk de lichaamsmaten. Het geeft echter wel inzicht in hoe de klant afwijkt ten opzichte van de nullijn in het jasje. Heeft hij een bolle bovenrug of juist een naar voren gekantelde heup? Exact wat een cutter zou doen tijdens de eerste pas, met dien verstande dat dit jasje qua maat iets meer afwijkt van het uiteindelijke jasje omdat het niet op basis van de lichaamsmaten van de klant is. Verder gebruiken we dit jasje om de klant wat meer inzicht te verschaffen in de lengte van het jasje en de lengte van de mouwen. Klanten vinden het prettig daar een beeld bij te hebben, het is namelijk sterk aan smaak onderhevig.
De lichaamsmaten en figurations worden door ons nauwkeurig genoteerd en doorgestuurd naar Engeland. Dit komt in grote lijnen overeen met het werk van de cutter, echter op een wat modernere manier. Het tekenen van het patroon doet men in Engeland, indien nodig in extra telefonisch overleg met ons.
Waarom "modern tailors"?De keuze voor modern tailors kent een aantal redenen.
- De manier van patroonmaken is vrij modern, zeker ten opzichte van wat men op Savile Row doet, met de hand.
- We maken indien het de kwaliteit niet vermindert gebruik van computers voor het bijhouden van patronen, het bestellen van stoffen (dit is een automatisch proces nadat het patroon is gemaakt, het patroonsysteem besteld de juiste stoflengte bij de wever), plotten van het patroon en tal van andere zaken. Dit heeft als voordeel dat niet alle betrokken personen een ruime ervaring in het kleermakersvak hoeven te hebben. Een deel van het personeel doet het denk- en rekenwerk en stelt de eisen en specificaties op, een ander deel hoeft dat enkel uit te voeren. Daarvoor kun je mensen met een andere achtergrond (en dus ook salaris) inzetten.
- Ongeveer 95% van het jasje wordt machinaal genaaid. De discussie over het praktisch nut (dus los van esthetisch) is iets waar ook kleermakers op Savile Row zich regelmatig aan wagen. Ook wederom hier weer een keuze voor redelijke kosten t.o.v. naaien met de hand. Het zal geen verrassing zijn dat naaien met de hand veel meer tijd kost en daardoor veel duurder is. De naaiende kleermakers achter de naaimachine hebben natuurlijk wel verstand van zaken en naaien er niet blind op los. Er wordt géén gebruik gemaakt van machines die automatisch zakpaspels maken, kleppen inzetten en wat al dies meer zij. Alles wordt met een naaimachine genaaid en gaat door de handen van een kleermaker met verstand van zaken.
- Het product wordt aan de binnenkant van natuurlijke materialen gemaakt, linnen, paardenhaar en katoenenverstevigingen. Nergens zit vlieseline of andere synthetische
fusable materialen. Dit vergt veel meer tijd in het maakproces (fusing is uitgevonden om tijd te besparen) maar zorgt voor een heel soepel vallend jasje dat ademt. Dit canvas van linnen en paardenhaar wordt machinaal opgewerkt (
machine padding), wederom door een ervaren persoon. Veel huizen op Savile Row doen dit nog met de hand (
hand padding). De schrijver van het blog
tuttofattoamano.blogspot.com komt echter toch nog wel eens bespoke pakken van vooraanstaande huizen tegen welke ook gebruik maken van machine padding.
- We besparen op het aantal tussenpassen. Deze zijn tijdrovend en kosten dus extra geld. Tijd is immers geld. Door de maten nauwkeurig te nemen en de figurations aan de hand van een jasje en broek met nullijn goed te beoordelen is een pak te maken dat een ruime 8 waard is, op een schaal van 1 tot 10 natuurlijk
. Indien er bij binnenkomst nog wat aangepast moet worden kunnen we dat in Nederland laten uitvoeren.
Natuurlijk bestaat het proces uit nog veel meer onderdelen dan ik zojuist heb beschreven maar volgens mij heb ik er al een behoorlijk lang verhaal van gemaakt. Ik hoop dat het wat extra duidelijkheid geeft.