Ter gelegenheid van mijn honderdste post heb ik onderstaand stukje geschreven, met mijn visie op het opbouwen en uitbreiden van een garderobe.
Belangrijk is natuurlijk dat het mijn eigen visie betreft en begint met de periode dat de meeste hier beginnen met het dragen van pakken: de stageperiode. Het is tevens mijn "kledingCV" en laat ook zien wat de invloed van SF op mijn garderobe is.
Op mijn opleiding (HEAO) werd je geacht om een pak te dragen bij een presentatie, evenals bij trouwerijen. Voor de diverse gala's en galadiners had ik een smoking nodig, dus beide gekocht in mijn propedeusejaar. Het pak was een Van Gils en de smoking heb ik destijds gekocht bij Setpoint.
Vervolgens kwam het moment van stagelopen, bij een grote bank. Om die reden nog een tweetal pakken gekocht, bij Setpoint en een vergelijkbare plaatselijke zaak. Tevens een aantal extra overhemden gekocht, twee paar schoenen met lederen zolen plus bijpassende riemen, een tiental dassen, alles uit de uitverkoop en klaar was ik.
Vele van jullie lezen dit wellicht met kromme tenen. Echter, ik heb er geen spijt van. Mijn budget was nu eenmaal beperkt als student. Destijds moest ik een basis hebben voor intensief gebruik, ik zou in die tijd geen klantcontact hebben en ik diende vijf dagen in de week een pak te dragen. Ik zag er verzorgd uit en ik viel niet op tussen mijn collega's, zeker niet in negatieve zin. Vanwege het feit dat ik genoeg shirts en dassen had, kon ik goed afwisselen. Mijn pakken kon ik eveneens laten rusten. Met mijn schoenen kon ik de edele kunst van het schoenenpoetsen verder verbeteren.
Ondertussen kon ik goed rondkijken wat ik wel en niet mooi vind; ik had de tijd om de bedrijfscultuur te leren kennen enzovoorts. Vervolgens begon ik met mijn “lange termijn verlanglijst”. Op deze lijst in mijn hoofd plaats ik dingen die ik wil gaan aanschaffen. Dit laat ik een tijdje sudderen, totdat ik iets tegenkom wat op mijn lijstje staat. Hierdoor heb ik geen last van impulsaankopen en zorg ik dat de zakelijke garderobe op elkaar is afgestemd.
Gaandeweg kon ik mijn garderobe uitbreiden en vervangen. Door mijn stagevergoeding kon ik af en toe wat dassen bijkopen en liet ik mijn eerste maatshirts aanmeten, met dubbele manchet. Doordat ik een hoop confectieoverhemden had, kon ik goed rouleren, waardoor mijn nieuwste aanwinsten niet zoveel hoefden te lijden. Inmiddels heb ik zo'n 20 maatoverhemden en draag ik geen confectieoverhemden meer zakelijk. Daarnaast heb ik in de loop der jaren zo’n 80-90 dassen verzameld.
Ik ben ervan overtuigd dat mijn eerste maatoverhemden nu tot op de draad versleten zouden zijn wanneer ik ze niet kon afwisselen. Na een tijdje kocht ik mijn pakken bij Suitsupply (Napoli uit het rek) en droeg ik mijn oude pakken steeds minder. Inmiddels heb ik zes RTW pakken van Suitsupply en daar zullen binnenkort nog wel een paar aan worden toegevoegd. Wanneer ik er circa tien heb, zal ik langzaam overgaan op MTM.
Mijn schoenen heb ik nu allemaal vervangen door schoenen uit de klasse Van Bommel/Magnanni. Voor de prijs van één Arca heb ik vier schoenen. Nu ik er vier heb en goed kan rouleren overweeg ik ook duurdere aan te schaffen, zoals C&J. Omdat ik meerdere schoenen kan dragen weet ik dat ze minder zullen slijten.
Moraal van mijn verhaal:
Zorg dat je de basis op orde hebt, kijk goed rond en ontwikkel je eigen smaak, rouleer veel en breidt stapje voor stapje uit. Het is net als in de sport. Als je uit stilstand springt kom je een eind, maar met een aanloopje spring je verder.