Dit is wat ik ervan denk:
De mens is van nature op uitwisseling gericht, draagt dit uit met zijn kleding, en de verschillende kledingstijlen zijn weer gekoppeld aan verschillende leeftijdsfasen. Ben je een twintiger, dan moet het sharp zijn. Vrouwen binnenhalen en zo. Dertigers voelen hun range kleiner worden, de haren dun en futloos, een beginnend buikje, en zijn zich ervan bewust dat de buit vrouwtechnisch zo'n beetje binnen moet zijn. De stijl wordt nonchalant, meer op comfort gericht. Een periode van uitgeblustheid. Verwerking. Babygeweld. Maar als je ineens de veertig gepasseerd bent, krijg je jeuk. Je wil de marge ontstijgen, je probeert op alle fronten nog even vlug het verschil te maken. Een tweede leg lonkt – maar alleen voor de succesrijken. Een stijlperiode waarin het accent eerder op geperfectioneerde patrooncombinaties ligt dan een geprononceerd fysiek. Look at my wealth and good taste. Vijftigers zonder tweede leg hebben veelal alle hoop opgegeven, sturen hun Koreaanse middenklassers naar beschutte parkeerplaatsen om in klamme kruizen van lotgenoten te graaien. 'Ik ben even sigaretten halen,' zeggen ze dan tegen hun kortgeknipte, kippedijende vrouw. Een periode van kleurloosheid en anonimiteit met rare stuiptrekkingen. Groene brogues met rode stippen bijvoorbeeld. Of zoiets.
Dus maak jullie borst maar nat.