Een nieuwe aflevering.
"PRIMADELUXE
Waarin uw royaltyreporters a.i. mijmeren over de nog steeds niet opgevulde vacature van wijlen de Prins der Nederlanden.
Een royaal panorama, zo kunt u het zicht vanachter de schrijftafels van uw luxestukjestikkers rustig betitelen. Recht voor ons het azuur van de Méditerranée, links het blinkende wit van Elefante Felice. Tot 2007 was dit het buitenhuis van de koninklijke familie in Porto Ercole, Toscane. Na de bijzetting van Juliana en Bernhard, de eerste bewoners die het huis in 1960 lieten bouwen, maar nét voor het uitbarsten van de kredietcrisis, verkochten de Oranjes ‘De Gelukkige Olifant’. Een Belgische koper legde naar verluidt meer dan 10 miljoen euro neer voor Bea’s buiten. Nette marge, want de grond kregen de Oranjes ooit al als presentje van Alessandro ‘Tinti’ Borghese, de adellijke eigenaar van de archipel rond Porto Ercole. Tezamen met de verkoop van de koninklijke Grand Banks, een 85-voet jacht onder de naam Jumbo VI, hebben de Oranjes weer iets te verteren.
Porto Ercole mist de prins en prinses. Zij verschaften het lome vissersdorpje roem. Dat lag minder aan Juliana dan aan Bernhard. De Hollandse vorstin deed weinig moeite zich de Italiaanse kledingmores eigen te maken. Bij Macramé, een onbeduidend modeboetiekje bij de haven, herinneren ze zich ‘la regina’ als loyale en vriendelijke klant. „Ze was soms een half uur bezig met het passen van een jurk”, gniffelt de uitbaatster. Iedere zomer plukte de calvinistische koningin overigens dezelfde bloemetjesjurk uit de kast, waardoor het dorp de komst van Hare Majesteit aankondigde met ‘la gonna e arrivata’ – de jurk is gearriveerd.
Nee, dan de prins. De slager, die duidelijk zelf van zijn spek gesnoept heeft, mijmert over de dagen dat Zijne Koninklijke Hoogheid bij hem de chianti’s insloeg. „Rode wijn, die ze dronken bij de vis. Het bier werd apart met vrachtwagens uit Nederland aangevoerd.” En ook Il Pellicano, het enige vijfsterrenhotel in de streek, mist de rumoerige jaren zestig en zeventig.
Het havenplaatsje ligt op de route tussen St. Tropez en Capri, waardoor alle grote jachten er ankerden. De ranke Christina van Ari Onassis, de elegante Creole van Stavros Niarchos; allemaal meerden ze af op de rede van Porto Ercole. En niet te vergeten de talloze beroemde Europese en Amerikaanse acteurs die suites in Il Pellicano betrokken, vanzelfsprekend discreet met ‘hun nichtjes’. „Je hoefde de krant niet te lezen”, herinnert een gast zich, „omdat het nieuws voor je neus gebeurde.”
Die dagen zijn voorbij. Il Pellicano draait goed en de chef haalt twee Michelinsterren. Maar de échte sterren verkiezen de aangeharkte Costa Smeralda op Sardinië of het spetterend poenige St. Tropez. Resteren de zwart-witfoto’s. Overal hangen ze en herinneren aan de buren van weleer. Zelfs die keer dat er een staking om loonsverhoging uitbrak, haalde de officiële annalen van het hotel. Omdat de obers staakten, werd badmeester Nicholas Galitzine aangewezen om de zojuist arriverende majesteit te bedienen. Nerveus en bezweet excuseerde hij zich voor zijn onervaren gestuntel, maar de majesteit bleef rustig, keek vorsend over haar bril en verlaagde haar stem: „Geen probleem, dan doen we het samen.”
Oranje is niet weg uit Italië; koningin Beatrix heeft nog een onderkomen in Toscane en haar zus Christina bivakkeert in de bergen boven Porto Ercole. Maar met het verscheiden van Bernhard lijkt de flair uit de familie. Testte Van Lippe Biesterfeld de wegligging van zijn groene Ferrari’s op de haarspeldbochten van de Monte Argentario, de huidige generatie prinsen rijdt even degelijk als karakterloos Duits. Nodigde ZKH zijn jachtvriendjes en bastaarden nog uit op Elefante Felice – dat laatste uiteraard uitsluitend als ‘mammie’ op Soestdijk zat – tegenwoordig halen de Oranjes de pers eerder met zakelijke dan met privéaffaires.
Als al één Oranje in de (rem)sporen van Bernhard treedt, dan is het de 43-jarige kleinzoon Maurits. De oudste zoon van Margriet en Pieter van Vollenhoven is tegenwoordig ambassadeur van het elektrische rijden, maar geeft zo nu en dan zijn klassiek pruttelende Porsche 356 Speedster de sporen. Waar prins Bernhard zijn pakken betrok bij de Milanese kleermaker Mario Caraceni, bestelt Maurits semimaatwerk uit Napels via PC-kleermaker Oger Lusink. Kortom, kwalificaties die hem hors concours tot de stilistische erfgenaam van z’n grootvader bombarderen. Aandachtspuntje voor de prins: ‘de bladen’ mogen dan reppen over hem als ‘Prins Stout’, vergeleken met Bernhard lijkt deze prins een asceet. Zij het net iets minder dan de negen troonpretendenten die hij voor zich moet dulden.
Ingezonden brief
Geachte hoofdredactie, met stijgende verbazing las ik het epistel van de heren Kelder en Van Regteren Altena in uw kolommen. Zelden stuitte mij een ‘artikel’ meer tegen de borst dan dit brouwsel. Dat de koninklijke familie, die publicitair al zoveel heeft te verduren, nu ook niet meer veilig is in de krant, waarvan ik met overtuiging abonnee was sinds 1968. In de dagen van het Handelsblad hadden de hoofdredacteu- ren Heldring en Hofland korte metten gemaakt met een stuk waar zelfs de roddelpers zich niet aan zou wagen. Schaamt u!
Mr. J.V.M. Verpaehlen, Bilthoven"