Jort en Ivo schrijven voor NRC-Hbd informatief en licht ironisch over het betere herenspul.
Grappig vooral is de 'ingezonden brief' waarin op het stuk gereageerd wordt.
Linken kan niet, artikel staat op het abonnee-gedeelte. Daarom een kutpeest:
Maffioos mooi maatwerk
Libië brandt, Japan gloeit en Napels smeult. Dat laatste, ophopend huisvuil en wat liquidaties, lijkt minder ernstig dan een ontsporende revolutie of natuurramp. Was dat maar zo. De gomorra zorgt voor lege hangers in de garderobe van uw stukjesschrijvers.
We leggen het even uit. Al minstens twee jaar staat de Napolitaanse kleermakerselite onder arrest. Soms letterlijk. Zo kregen shirtmaker Fabio Borrelli en schoenmaker Sutor Mantelassi huisarrest, nadat zij volgens goed mediterraan gebruik misbruik hadden gemaakt van Europese miljoenensubsidies. Een ander icoon van textiel Italië, Cesare Attolini, zou zijn atelier zelfs noodgedwongen hebben overgedragen aan bezoedelde aandeelhouders. Het trotse ‘fatto a mano’-etiket, staande voor handwerk, zou vervangen kunnen worden door een ‘fatto a maffia’-label. In een land waar de premier onbekommerd bouwt aan een crimineel cv, geen probleem. Zou je zeggen. Maar de veranderde verhoudingen hebben de toch al legendarische levertijden opgerekt. Gevolg: onze maatshirts van Egyptisch katoen en pakken van Tas-maanse schapenwol blijven ergens steken op de lijn Napels-Amsterdam.
Napels. Nergens vloeien het vuil en het levenscredo ‘la bella figura’ contrastrijker samen dan in de stegen onder de Vesuvius. Hier wordt het mannenpak nog beschouwd als een cultuuruiting. Maar nu de bevoorrading stokt, zijn liefhebbers van mediterraan maatwerk gedwongen nieuwe aanvoerlijnen te openen. Gelukkig telt geen volk zoveel superieure solistische kleermakers als het Italiaanse.
Wij weken uit naar het zuiden, waar de warmte nog zwaardere eisen aan het pak stelt, en vonden Valentino Ricci. Dit talent uit de Zuid-Italiaanse stad Bari beëindigde zijn baan als advocaat en houdt sindsdien slechts één zeer overtuigend pleidooi: dat van het voeringloze jasje. Ricci is een geobsedeerd man, afkomstig uit een kleermakersgeslacht. Als advocaat maakte hij uit hobbyisme al zijn eigen shirts en dassen. „Ik lag met naald en draad in de wieg”, zegt hij. Uiteindelijk trok de roeping en opende hij zijn eigen naaiatelier onder het motto ‘le fodere devono morire’, wat zoveel wil zeggen als ‘dood aan de voering’. „Tot mijn verbazing”, zegt Ricci, „ontdekte ik dat niemand probeerde om het mannenpak opnieuw uit te vinden. Ik wilde proberen om een compleet ongevoerd pak te ontwikkelen, maar wél met een perfecte snit.”
Na jaren experimenteren, slaagde Ricci erin om met zijn rake kleermakerscoupe de contouren van het lichaam te volgen. Een Ricci omsluit de drager als een stoffen harnas. Schoudervullingen of traditioneel verstevigende lagen van paarden- of kamelenhaar ontbreken. Voor de mens met ook maar een zweem van corpulentie blijven zijn pakken een utopie. Ricci’s creaties hebben een iets flodderig karakter. Kenners bespeuren direct zijn handtekening. Zo plooit de schouderkop heel parmantig; voor onwetende Hollanders nogal eens reden een Ricci af te doen als een clownspak. De belijning is erop gericht om de drager zo lang en rank mogelijk te maken. Broeken zitten bijna even strak als een slim fit jeans en de schouders van het jasje zijn niks breder dan de drager zelf.
Om het effect van lengte en elegantie extra aan te zetten, heeft Ricci de kleploze zakken van het jasje zo belijnd dat de punten iets naar boven wijzen. In Italië spreken ze over ‘una tasca a barchetta’: een zak in de vorm van een bootje. Bestellingen belanden niet in computermodellen of computers, maar bestaan uit een stapel handgeschreven papiertjes vol cijfers en aantekeningen die de lichamelijke imperfecties in kaart brengen.
Keerzijde van dit compromisloze handwerk: bewegen is lastig. „Elegantie is pijn lijden”, grapt Valentino Ricci met bijna satanisch genoegen. En inderdaad, zijn extreem ranke schouder- en mouwinzet maken het de drager bijna onmogelijk om iemand de hand te schudden, laat staan een fietsstuur in handen te nemen. Fietsen kan sowieso beter worden vermeden, want met zijn voorkeur voor zakdoekdikke stoffen leidt één enkele rit tot de aanschaf van een nieuwe broek. Het Ricci-pak is de stilistische tegenpool van het stevige ‘plakpak’ waar de doorsnee kantoorknuppel zich in hult. Zij smaken het genot niet dat dragers van vederlicht maatwerk bindt: een pak dat gewichtloosheid nastreeft. Zowel tijdens het dragen als na de afrekening, in de portemonnee. Tachtig uur handwerk is zelfs in Bari niet te geef.
Ingezonden briefAl veertig jaar draag ik uit hoofde van mijn functie dagelijks een pak. Het soort pak waar uw medewerkers over berichten is mij goed bekend. Ooit nieuwsgierig geworden naar het Italiaanse kostuum ben ik na één enkel bezoekje aan de PC Hooftstraat van een koude kermis thuisgekomen. Jasjes zonder voering, rommelige schouders en pantalons met vreemde nauwe pijpen werden mij met veel aplomb door de jongeheren-verkopers aan- bevolen. Graag wil ik uw lezers behoeden voor die belachelijk dure pakken van spaghetti kleermakers! Het vijf generaties oude Domhoff Travelling Tailors uit Heemstede levert heel wat netter en beter maatwerk voor een prima prijs/kwaliteitverhouding.
Carl Sypestein, Oegstgeest