Afgelopen zondag ben ik dus langs geweest bij Frans Boone. De ontvangst was als altijd zéér vriendelijk. Na eerst een korte kennismaking met een andere SF-er en de Caruso-man kon je niet anders dan met verbazing kijken naar de ongelooflijk grote hoeveelheid stalen die op de tafel lagen uitgespreid (stuk of 50?). Ook de diversiteit in patronen en kleuren was groot. Er zaten opvallende tussen, maar ook wat bescheidener. Krijtstreep, effen, ruit, het meeste in 100% wol, soms vermengd met 10% cashmere, soms met 5% daarvan en dan nog 5% zijde; keus te veel in ieder geval.
Aan de Caruso-man legde ik uit dat ik in ieder geval geen krijtstreep wilde en dat in mijn ietwat conservatieve werkomgeving een àl te uitbundige stof niet zou worden geapprecieerd. Mijn flamboyance zou zich dus moeten beperken tot geestelijke in plaats van sartoriale uitingen.
Vervolgens was het een kwestie van vooral selecteren wat je níet wilde, en vervolgens een kleine keuze maken van meest in aanmerking komende stoffen. Uiteindelijk bleef ik er met vier over: een mooie ruit (antraciet als basis, een bordeauxrood de ruit), een bird's eye [of was het toch een pied de poule?] in grijs-zwart (viel af want leek me in een geheel pak wat te opzichtig), dan nog een heel subtiele ruit op een bruine ondergrond, en tot slot een donkerblauw 'effen' pak met een héél fijn iets lichterblauw ingeweven streepje erin.
Het was overigens terecht dat de Caruso-man ons nog naar buiten leidde want de kleuren waren in daglicht toch heel anders dan in de meer kunstlichtige tijdelijke Caruso-salon à l'étage.
Vanwege de neutraliteit, veelzijdigheid in gebruik, tijdloosheid én de fraaiheid van de stof werd het dus uiteindelijk de donkerblauwe met de fijne iets lichtere blauwe streep. Het gaat om een simpele 100% wolvariant; gewicht en verdere détails weet ik niet.
Na het kiezen van de stof volgde het kiezen van de voeringstof; de fraaiste vond ik er één in de serie met de naam van Caruso over de hele stof ingeweven. Aangezien ik al van jongs af aan een hekel heb aan publiekelijk reclame maken dan wel opzichtig afficheren van merken, viel die helaas af. De keus was toen tussen effen donkergoud of -bruin; na raadpleging van ook Frans werd het uiteindelijk de laatste.
Daarna begon Frans aan het uitvoerige meet-/maatwerk, en fungeerde de Caruso-man nog 'slechts' als secretaresse die al de afwijkingen van het 'standaard'-pak noteerde. Alle mogelijke meetpunten passeerden de revue. Keuzes moesten worden gemaakt over de uitvoering en het aantal zakken, soort van mouwinzet, breedte van de broekspijp (na een aanvankelijk voorstel van Frans van 17,5 cm werd toch maar gekozen voor 19 cm, de lengte van de broek in verhouding tot de schoen, de hoogte van de sluitknoop, enz. enz. Dit alles gebeurde niet zonder overleg noch zonder soms aarzelende reflectie over een halve centimeter minder of meer.
Na een uurtje werk, een koffietje tussendoor, de mogelijkheid tot het smullen van Belgische mini-taartjes (die ik afsloeg vanwege de naderende copieuze lunch even verderop), was het voorbereidende werk gedaan. Dit allemaal in uitstekende ambiance en met vertrouwen wekkend vakmanschap.
Nu nog 5 weken wachten en we kunnen zien of nog meer aanpassingen nodig zijn.
Wat mij betreft nu al een succes, waarvan ik hoop dat Frans het gaat herhalen; de volgende keer wil ik ook wel eens voor sartoriale flamboyance gaan.